SV | Doch op den drie en twintigsten dag der zevende maand liet hij het volk gaan tot hun hutten, blijde en goedsmoeds over het goede, dat de HEERE aan David en Salomo, en Zijn volk Israel gedaan had. |
WLC | וּבְיֹ֨ום עֶשְׂרִ֤ים וּשְׁלֹשָׁה֙ לַחֹ֣דֶשׁ הַשְּׁבִיעִ֔י שִׁלַּ֥ח אֶת־הָעָ֖ם לְאָהֳלֵיהֶ֑ם שְׂמֵחִים֙ וְטֹ֣ובֵי לֵ֔ב עַל־הַטֹּובָ֗ה אֲשֶׁ֨ר עָשָׂ֤ה יְהוָה֙ לְדָוִ֣יד וְלִשְׁלֹמֹ֔ה וּלְיִשְׂרָאֵ֖ל עַמֹּֽו׃ |
Trans. | ûḇəywōm ‘eśərîm ûšəlōšâ laḥōḏeš haššəḇî‘î šillaḥ ’eṯ-hā‘ām lə’âŏlêhem śəmēḥîm wəṭwōḇê lēḇ ‘al-haṭṭwōḇâ ’ăšer ‘āśâ JHWH ləḏāwîḏ wəlišəlōmōh ûləyiśərā’ēl ‘ammwō: |
Doch op den drie en twintigsten dag der zevende maand liet hij het volk gaan tot hun hutten, blijde en goedsmoeds over het goede, dat de HEERE aan David en Salomo, en Zijn volk Israël gedaan had.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Doch op den drie en twintigsten dag der zevende maand liet hij het volk gaan tot hun hutten, blijde en goedsmoeds over het goede, dat de HEERE aan David en Salomo, en Zijn volk Israël gedaan had.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!